Huis & tuin

Tuinvogels in de winter bijvoeren? Ontdek hier wat het beste moment is!

Tuinvogels bijvoeren is super belangrijk!

Het gekwetter van de koolmeesjes en vinken, het gescharrel van de roodborstjes en merels. Ik vind het ontzettend leuk om naar de vogeltjes in de tuin te kijken. Ook vanuit mijn moestuin kan ik dat gekwetter vaak horen. Het voeren van tuinvogels is niet alleen leuk, maar in de koude dagen ook heel belangrijk. Ik begin er in oktober al mee. Maar is dat eigenlijk wel een goed moment en wanneer kun je het beste beginnen met bijvoeren? Is dat al in de herfst of doe je dat pas als het buiten vriest? En wanneer moet je ermee stoppen? Want, je wilt niet dat tuinvogels te dik worden of niet meer weten hoe ze zelf voedsel moeten zoeken. Of valt dat wel mee? Dat lees je hieronder.

 

In de herfst kun je de vogels in je tuin al bijvoeren

In de herfst bouwen tuinvogels al reserves op voor in de winter. Dus het is prima om in de herfst – zo in oktober – al te beginnen met bijvoeren. Vetbollen en pinda’s kun je ze prima gaan voeren. Ze zullen trouwe logées zijn en blijven scharrelen om het huis. Daar pikken ze ook nog de laatste insecten en besjes mee.

 

Doorgaan met voeren in de winter

Tuinvogels voeren in de winter is heel belangrijk. Voedsel is schaars en ze moeten er alles aan doen om op temperatuur te blijven. Ook nu kun je vetbollen, pinda’s en vogelzaad blijven voeren. Dat kun je afwisselen met kleine stukjes brood, maar ze hebben de meeste behoefte aan vetten. En hoe zit het dan met water? Als het streng vriest, dan zou je rond de tijd dat de meeste tuinvogels bij je langskomen een bakje water kunnen neerzetten. Meestal zal dit in de ochtend en een het einde van de middag zijn. Doe dat in een plastic bakje, dan kan het niet kapot vriezen. Maak het water een beetje lauw (niet te heet!), zodat het water niet te snel bevriest.

 

Ben je fan van Veertigplus mus? Volg dan ook de Facebookpagina!

 

En dan: bijvoeren in de lente en de zomer

In principe zou je de vogels in je tuin ook in de lente en zomer kunnen bijvoeren. Dan hebben ze niet zozeer behoefte aan vetten, maar meer aan eiwitten. Dat vinden zij zelf in veel larven en insecten, maar je zou een beetje gedroogde meelwormen kunnen bijvoeren bijvoorbeeld.

Vooral de lente vraagt veel van de tuinvogels. Dan zijn zij druk bezig met het leggen van eieren, broeden en grootbrengen van de jongen. Vaak zie je de ouders moe en uitgeput hun jongen blijven voederen. Keer op keer vliegen ze heen en weer en moeten alle zeilen bijzetten om de snaveltjes te voeden.

In de zomer zou je ook af en toe wat gedroogde meelwormen kunnen bijvoeren. Dat helpt bij het aanvullen van hun dagelijkse portie eiwitten. Deze eiwitten hebben de tuinvogels nodig om goed in hun verendeken te blijven en zich weer op te maken voor de herfst en de winter. En zo is het cirkeltje weer rond.

 

Tip van de Veertigplus mus

Het beste kun je in de herfst en winter de vogels in de tuin ’s ochtends en aan het eind van de middag voeren. Dan zullen zij van nature het meeste op pad gaan. ’s Ochtends, omdat zij zich weer aansterken na een lange, koude nacht en einde middag, omdat zij zich dan moeten voederen om de avond en nacht door te komen.

 

Heb jij nog tips?

Heb jij nog tips en ideeën hoe en wanneer je het beste de vogels in je tuin kunt bijvoeren? Zet het gerust in een reactie hieronder. Alle tips zijn welkom!

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *